De oudste druktechniek is hoogdruk. Van een blok hout of een stuk linoleum wordt datgene waar geen inkt op moet komen weggesneden. Op die manier blijven vanzelf de hogere delen over. Op die delen wordt inkt aangebracht. De plaat gaat met het papier onder de pers door. De tekening wordt dan in spiegelbeeld op het papier aangebracht. Bestaat deze uit meerdere kleuren, dan krijg je per kleur een drukgang. Linoleum werkt makkelijker dan hout, omdat je geen last hebt van nerven. Daardoor kun je makkelijker bochten maken.

Boekdruk: een vorm van hoogdruk

Boekdruk is een vorm van hoogdruk. Het is echter niet hetzelfde. In Europa werden de eerste boeken al in het jaar 1000 gedrukt met blokdruk. Elke pagina werd uit een houten blok gesneden. Dit was echter een zeer arbeidsintensief proces en het was niet  mogelijk om grote oplages te drukken. Men stapte toen over op losse loden letters, omdat die hergebruikt konden worden. Later ging men de letters in lood gieten. Door de komst van fotozetmachines en desktop publishing (DTP) heeft vlakdruk (waar offset onder valt) het boekdruk steeds meer vervangen. Inmiddels is ook het digitaal boekdrukken in opkomst.

Wat is digitaal boekdrukken?

Bij digitaal boekdrukken wordt de omslag van het boek gemaakt met een digitale kleurenprinter. Het binnenwerk wordt gemaakt met hoogproductieve laserprinters. Met deze techniek is het mogelijk om kleinere oplages te drukken, zonder dat dit extreem duur is. Dit systeem heeft meerdere voordelen. Een uitgever kan met een kleine oplage testen of een boek goed ligt in de markt. Omdat het boek steeds bijgedrukt kan worden, kun je voorkomen dat het uitverkocht raakt. Voor auteurs heeft het als voordeel dat ze ook een boek kunnen uitgeven in eigen beheer in plaats van via een uitgeverij.

Oude druktechnieken verdwijnen

Door nieuwe ontwikkelingen worden veel oude vormen van hoogdruk bijna niet meer toegepast in het bedrijfsleven. Dat komt omdat er steeds minder mensen zijn die ervaring hebben met deze techniek en de bijbehorende drukpersen. Ook voldoen de drukpersen vaak niet meer aan de huidige normen qua veiligheid en is aanpassen van deze machines niet rendabel. Daardoor zijn het vooral liefhebbers die de oude technieken nog gebruiken. Alleen flexodruk wordt nog veel gebruikt.

Flexodruk wordt nog wel veel gebruikt

Flexodruk (ook wel flexografie genoemd) is een vorm van hoogdruk waarbij als beelddrager een rubberen drukplaat wordt gebruikt. Deze plaat wordt om een drukcilinder bevestigt en daarna worden de hoge delen van inkt voorzien. Deze vorm van hoogdruk wordt onder andere gebruikt voor het bedrukken van golfkarton, verpakkingen en etiketten. Een voordeel van flexodruk is dat meerdere kleuren meteen achter elkaar gedrukt kunnen worden. Ook kun je met inkt op waterbasis printen op verschillende materialen, zoals hout, karton, plastic en papier. Bovendien kunnen ook sneldrogende inkten en UV-inkten worden gebruikt.

Andere vormen van hoogdruk

Kartondruk is een andere vorm van hoogdruk. Als beelddrager wordt  karton gebruikt. Deze techniek wordt nu hoofdzakelijk nog door kunstenaars gebruikt. Grote oplages zijn bij deze techniek namelijk niet mogelijk, want het karton raakt op den duur verzadigd door de inkt. Stempels werken volgens hetzelfde principe als hoogdruk. Wat een stempel in het klein is, is een hoogdrukpers in het groot. Stempels worden nog wel veel gebruikt.  Niet alleen in het bedrijfsleven, maar ook door hobbyisten. Ze worden bijvoorbeeld gebruikt om kaarten en uitnodigingen te maken. Op internet zijn er tal van aanbieders op dat gebied te vinden.